Derde partijfinanciering om energiebesparing bij bedrijven in een hogere versnelling te krijgen

Het promoten van energie-efficiëntie bij bedrijven en KMO’s in het bijzonder is niet altijd evident. Bedrijfsleiders focussen in de eerste plaats op hun core-processen en zoeken vooral investeringen met een hoge return. Energiekosten vertegenwoordigen bij nogal wat bedrijven een beperkt aandeel in de totale kosten en vaak hebben energiebesparende investeringen een lange terugverdientijd waardoor ze niet altijd prioritair worden aangepakt.


Dit betekent dat er nogal wat transactiekosten zijn voor derde partij-investeerders & ESCO-bedrijven om een samenwerking met KMO’s op te kunnen zetten, waardoor vaak wordt ingezet op het zogenaamde low-hanging fruit met relatief korte terugverdientijden. Dit soort oplossingen is trouwens momenteel al in de markt beschikbaar (leasing van LED’s, light as a service).
In dit FALCO-project werd dieper ingegaan op deze knelpunten en vooral gezocht naar werkbare oplossingen om toch tot meer diepgaande verduurzamingstrajecten te komen. Drie pistes werden daarbij bewandeld:
-    Pooling van gebouwen door te focussen op netwerkbedrijven
-    Geïntegreerde aanpak door zowel in te zetten op het zogenaamde low-hanging fruit EN maatregelen met een langere terugverdientijd alsook het combineren van energiebesparing met maatregelen die inzetten op hernieuwbare energie
-    Financiering op basis van projectfinanciering versus een verkoop van schuldvorderingen

Belang van een portefeuille-aanpak
De eerste piste bestond erin om te focussen op zogenaamde netwerkbedrijven. Denk daarbij aan ketenwinkels, bankfilialen maar ook rusthuizen die steeds vaker deel uitmaken van een grotere groep. Vaak functioneren deze verschillende vestigingen als een soort van een KMO, ze stellen relatief beperkt aantal mensen tewerk op elke vestiging, ze hebben eigen P&L-verantwoordelijkheid en targets die moeten worden behaald. In vergelijking met individuele KMO’s zijn de transactiekosten beduidend lager waardoor projecten kunnen worden opgezet met een langere terugverdientijd en bijgevolg hogere energiebesparingen.


Geïntegreerde aanpak
Een tweede manier om de bankability van ESCO-projecten bij bedrijven te verbeteren, bestaat erin om energiebesparing te combineren met investeringen in hernieuwbare energie. Hierdoor worden de inkomstenstromen een stuk stabieler (er zijn de groene stroomcertificaten en een draaiende teller) wat de financierbaarheid van het project ten goede komt en opnieuw investeringen met een langere terugverdientijd en dus hogere energiebesparing mogelijk maakt.
Voorts is het aangewezen om het zogenaamde low-hanging fruit (cf; Relighting, spouwmuurisolatie, optimalisatie van de regelingen van de stookplaatsen) te combineren met maatregelen met een langere terugverdientijd (cf. stookplaatsrenovatie, PV, dakisolatie, …). Op deze wijze kunnen Energieprestatiecontracten worden uitgewerkt met een energiebesparing van minimaal 30 tot 40% bij een looptijd die fluctueert tussen de 10 en maximaal 15 jaar.


Financiering op basis van projectfinanciering versus een verkoop van schuldvorderingen
Qua financiering werden twee pistes bewandeld: in de eerste plaats voor ESCO-projecten met een voldoende groot investeringsvolume (> 2 miljoen euro) werd geopteerd voor projectfinanciering en dit naar analogie van hoe hernieuwbare energieprojecten worden gefinancierd (cf. windprojecten). Daarbij worden de investeringen in een aparte projectvennootschap ondergebracht. De business case wordt dan zo opgebouwd dat de inkomsten van deze vennootschap (cf. vergoeding voor de gerealiseerde energiebesparingen) voldoende zijn om de financierings- en operationele kosten te dekken.


Daarnaast werd ook nog een tweede piste uitgetest. Daarbij werd nagegaan in welke mate een EPC-light kon worden opgezet waarbij werd afgestapt van projectfinanciering, die toch een zekere schaal (min. 2 miljoen euro) vereist. Via een zogenaamde sale of receivables die wordt gecombineerd met een prestatiegebonden service-fee kon hier effectief een alternatief worden uitgewerkt dat kleinere EPC-projecten mogelijk maakt en waarbij de balans van de ESCO toch niet wordt belast.


Concreet gaat bij de voorlopige oplevering van de installaties een verkoop op afbetaling in. Hierdoor gaat het eigendom van de installaties over van de ESCO naar de klant. Eveneens bij deze voorlopige oplevering verkoopt de ESCO de stroom van toekomstige schuldvorderingen aan een bank waarbij de klant vanaf dat ogenblik ook direct betaalt aan deze bank voor wat betreft de aflossing van de investeringen. Voor de bank is dit een interessante financiering aangezien de business case zodanig is opgebouwd dat de aflossing van de schuld kleiner is dan de energiebesparing die door deze investeringen kan worden gerealiseerd.


In de business case en daaraan gekoppelde energieprestatiecontract is voorts ook nog een fee voorzien voor de ESCO voor het beheer en de monitoring van de installaties. Deze fee kan ook het onderhoud omvatten. Indien evenwel blijkt dat de actuele besparingen lager uitvallen dan in de business case, dan wordt de fee neerwaarts aangepast. Omgekeerd, als de actuele energiebesparing groter is dan initieel voorzien, heeft de ESCO recht op een bonus.


De drie voorgaande pistes werden ondertussen ook effectief getest in drie pilootprojecten. Hiervoor wordt samengewerkt met Wattson – een dochter van 3E die zich specifiek toelegt op de realisatie van EPC. Een eerste EPC met focus op netwerkbedrijven in combinatie met een portfolio waarbij zowel in energiebesparing als hernieuwbare energie wordt geïnvesteerd, kon door Wattson worden opgezet met de rusthuisoperator Armonea, waarbij 49 woonzorgcentrausthuizen werden gemoderniseerd. Een tweede EPC op basis van een sales of receivables kon worden gerealiseerd, opnieuw door Wattson ditmaal met het Sint-Jozefinstituut in Bokrijk als tegenpartij. Hierbij konden de vorderingen worden verkocht aan Belfiusbank. Tot slot kon ook met een andere rusthuisoperator SLG – thans Korian eveneens een EPC worden opgezet waarbij een 40 WZC worden verduurzaamd. En opnieuw ging het hier om een combinatie van investeringen in energiebesparing en hernieuwbare energie.

Meer informatie: Antoon Soete (Antoon.soete (at) 3E.eu)


Verwante berichten